Direct naar artikelinhoud
InterviewNathalie Meskens

Actrice Nathalie Meskens: ‘Ik had zelfs geen controle meer over mijn eigen ademhaling’

Actrice Nathalie Meskens: ‘Ik had zelfs geen controle meer over mijn eigen ademhaling’
Beeld Stefaan Temmerman

Schrijver Marcel Proust beantwoordde ze ooit in een vriendenboekje, nu geeft De Morgen er een eigenzinnige draai aan. Drieëntwintig directe vragen, evenveel openhartige antwoorden. Deze week: Nathalie Meskens (40), actrice, presentatrice en mama van twee. Wie is zij in het diepst van haar gedachten?

1. Hoe oud voelt u zich?

“Ik voel mij exact 40. Ik vind dat eigenlijk een heel leuk gevoel. Zolang je een dertiger bent, ben je niet met leeftijd bezig. Ineens komt die vier eraan. Wat zal dat met je doen? Plots stel je je die vraag omdat het best wel een ding is om 40 te worden. Pardon, te mogen worden. Eigenlijk vind ik het zalig om hier al 40 jaar rond te lopen, op deze gekke planeet.

“Ik kan alleen maar vaststellen dat een bepaalde onrust verdwenen is. Ik laat me minder snel van de wijs brengen. Vroeger raakte ik sneller geïrriteerd of kon een onnozeliteit mij een knoop in de buik bezorgen. Op dat vlak is er toch wel een groot verschil met tien jaar geleden. Ik vind dat een heel aangename evolutie. Het zal natuurlijk ook wel de combinatie zijn van én mama én 40 worden.

“Ik heb mezelf jarenlang wijsgemaakt dat ik geen kinderen wou, maar eigenlijk was het angst. Tijdens mijn scheiding heb ik beseft dat ik wel een kinderwens had. Ik was toen 35. Misschien kwam het niet meer, maar het idee dat ik wel een kind wou, was magisch. Dat had ik echt niet verwacht. Ik ben ook blij dat het zo gelopen is. Ik ben ontzettend dankbaar omdat ik twee gezonde, prachtige, toffe kinderen heb. Maar ook omdat ik dat heb aangedurfd, want het is wel wat om kinderen op deze planeet te zetten.

“Ik wist wel wat het betekende om graag te zien, maar wat je voelt voor je kinderen is zo overweldigend, en toch verlamt het mij niet. Op de een of andere manier gaat het mij veel beter af dan ik gedacht had. Bij het tweede gaat nu alles automatisch. Soms vraag ik mij af hoe het zou zijn mocht ik vijf kinderen hebben. Dan zou ik echt een überchille moeder zijn. (lacht) Ik vind moeder zijn heerlijk.”

BIO

geboren op 21 april 1982 in Antwerpen / actrice, presentatrice en zangeres / studeerde aan de Toneelacademie in Maastricht / brak in 2004 bij het grote publiek door met haar rol in tv-serie Kaat & co (Eén) / was onder meer te zien in Wij van België (als prinses Mathilde), David, Tegen de sterren op, Danni Lowinski, Beste kijkers, Wat een jaar!, Gina & Chantal, Paradijs zoekt personeel / won verscheidene Vlaamse Televisiesterren / opende in 2012 een Thais restaurant met haar toenmalige echtgenoot, acteur Jeroen Van Dyck / bracht onlangs haar debuutsingle uit: ‘You Knocked Down My Walls’ / heeft met haar huidige partner Nadim twee kinderen: Lima (2) en Loé (10 maanden) 

2. Wat vindt u een kenmerkende eigenschap van uzelf?

“Dat mag zowel positief als negatief zijn? (denkt na) Heel kenmerkend aan mijzelf is dat ik de dingen graag onder controle heb. Om het met een cliché te zeggen: ik ben een controlefreak. Maar ik hou niet van dat woord ‘freak’, want dat klinkt alsof je heel raar bent en dat ben ik nu ook niet. Dat controlerende heeft mij al veel opgeleverd, maar is ook vermoeiend. Niet alleen voor mezelf, maar ook voor de mensen in mijn omgeving. Daarom probeer ik het alleen in te zetten op momenten dat het mij effectief iets kan opleveren. Voorts probeer ik het los te laten, maar dat wil nog niet altijd lukken. Ik heb het nog niet onder controle. Het woord is er weer. (lacht) Dat is echt een moeilijke oefening, maar superinteressant.

“Om een heel concreet voorbeeld te geven. Ik heb eindelijk de ballen gehad om een song naar buiten te brengen, maar een manager heb ik nog altijd niet. Als ik dan toch met iemand praat die in aanmerking komt, voel ik onmiddellijk weerstand om de controle los te laten, terwijl er ongetwijfeld mensen zijn die op dat vlak meer getalenteerd zijn dan ik. Het is een moeilijke leerschool, maar ik zit er middenin. Wie weet lukt het ooit.

“Met ouder worden heb ik wel geleerd om om hulp te vragen. Dat is iets wat ik vroeger eerder als een zwakte zag. Noem het zelfs misschien ego. Ik vind het zelf heel fijn om anderen te helpen, maar je moet het anderen ook gunnen om jou te helpen. Dat is een leuke evolutie.”

3. Wat drijft u?

“Mijn kinderen drijven mij, mijn lief drijft mij, mijn muziek... Eigenlijk gaat dat allemaal over liefde. Graag zien en graag gezien worden. Ik merk dat van daaruit heel veel vertrekt. Ik heb heel veel liefde in mij. Ik hou van het houden van. Ik vind dat een zalig gevoel. Dat antwoord is misschien een beetje te soft voor De Morgen?” (lacht)

4. Vindt u het leven een cadeau?

“Ja, absoluut, en daarom vind ik het des te erger dat dat niet voor iedereen het geval is. Ik vind het leven niet vanzelfsprekend, integendeel. Ik leef heel bewust en probeer echt wel het beste uit elke dag te halen, zodat je tenminste met een goed gevoel kan gaan slapen. Ik heb natuurlijk al erge dingen meegemaakt, maar vooral heb ik al heel veel geluk gehad. Ik heb ook niet veel donkerte in mij. Ik ben niet echt gevoelig voor depressie, denk ik. Dat er zo veel jongeren zijn voor wie het leven geen cadeau is, vind ik hard. Dat maakt mij triestig.”

‘Had ik vijf kinderen, dan zou ik echt een überchille moeder zijn. Ik vind moeder zijn heerlijk.’Beeld Stefaan Temmerman

5. Wat was de moeilijkste periode in uw leven?

“Er waren er wel een paar. Eén drama in mijn familie waarover ik niet kan vertellen omdat het niet over mij ging. Maar mijn scheiding was, denk ik, voor mij persoonlijk wel de donkerste periode in mijn leven. Ik had toen het gevoel dat de grond onder mijn voeten verdwenen was. Ik kon niet meer aarden. Ik was de weg kwijt. Ik was ook tien jaar getrouwd, hè. Dat was in goede en in slechte tijden, dus je gaat ervan uit dat het voor altijd is, tot je moet stoppen omdat het niet meer gaat.

“Toen was ik bijna het geloof in de liefde kwijt, om het dramatisch te zeggen. De teleurstelling, het gevoel van falen, het moeten aanvaarden dat het niet gelukt was, ik vond dat zo heftig. Ik had paniekaanvallen en last van hyperventilatie. Ik wist echt niet wat er met mij gebeurde. Ook weer dat gebrek aan controle. Ik had zelfs geen controle meer over mijn eigen ademhaling.”

6. Welke kleine dingen kunnen u blij maken?

“Mijn kinderen, omdat zij natuurlijk mijn wereld zijn nu. Hoe zij naar mij kijken, mijn dochter die in het rond springt en per ongeluk een scheetje laat van opwinding, de ondergaande zon die op haar snoetje valt, zij die ‘cheese’ zegt als ik een foto van haar neem. Ik kan zo verliefd zijn op mijn kinderen en kan mij voorstellen dat dat alleen maar toeneemt met ouder worden.”

7. Wat biedt u troost?

“In de eerste plaats de armen van mijn lief. Daarin word ik rustig als ik echt overstuur ben. Maar ook de natuur. Ik kan een zonsondergang heel troostrijk vinden. Het idee dat de zon ondergaat en morgen vast en zeker weer opkomt, is een van de weinige zekerheden die we in deze tijd hebben.”

8. Wat is uw zwakte?

“Ik heb er veel. (lacht) Ik ben een pleaser. Ik ben heel ongeduldig, waardoor ik soms mensen kwets of irriteer. Ik probeer dat natuurlijk in de hand te houden, maar dat lukt niet altijd. Door mijn ongeduld loop ik mijzelf ook steeds voor de voeten. Dat vind ik dan zelf irritant.

“Op vele vlakken was ik vaak het haantje-de-voorste, maar inzake de grote dingen des levens, zoals kinderen maken of mijn eigen muziek uitbrengen, ben ik echt een laatbloeier. Ik ben best trots op mezelf dat ik daarvoor de tijd heb durven te nemen en mij kwetsbaar durf op te stellen.”

9. Waar hebt u spijt van?

“Ik probeer eigenlijk niet met spijt door het leven te gaan. Na mijn scheiding ben ik lang in therapie geweest en toen ging het ook dikwijls over spijt. Mijn therapeute heeft mij doen inzien dat je soms bepaalde keuzes maakt die misschien niet zo leuk zijn of die je een spiegel voorhouden, maar dat die nodig zijn om verder te kunnen groeien en jezelf beter te leren kennen. Dat is eigenlijk wel een mooie manier om naar de dingen te kijken.”

10. Wat is uw grootste angst?

“Gezondheidsproblemen, zowel fysiek als mentaal, want dan houdt alles gewoon op. Dat vind ik zo beangstigend. Ik probeer daar evenwel niet dagelijks mee bezig te zijn, want dat zou mij verlammen.

“Toen ik op de toneelacademie zat, ben ik een kameraad verloren. Ik herinner me nog goed het moment dat ik die telefoon kreeg. Ik weet nog dat ik vijf keer vroeg: ‘Wat?’ Ik kon alleen maar het woord ‘wat’ blijven herhalen, omdat ik niet geloofde wat ik hoorde. Dat was te groot, te snel en zo onomkeerbaar. Sindsdien ben ik dankbaar voor elke dag die ik krijg, want het kan ineens gedaan zijn.”

11. Wanneer hebt u het laatst gehuild?

“De laatste keer dat ik zo hard moest huilen dat ik niet meer kon babbelen – je hebt mensen die kunnen huilen en ondertussen blijven babbelen, maar ik kan dat niet, bij mij komen er ineens oerklanken uit (lacht) – dat was een week na mijn bevalling van Loé. Ik had weer een keizersnede. Op zich was dat een fantastische ervaring. De avond voor hij geboren werd, belde mijn gynaecologe. ‘We zouden heel graag moeders meer betrekken bij bevallingen met keizersnede,’ zei ze, ‘net zoals in Nederland. Normaal verloopt dat heel klinisch achter een operatiedoek. Als je wilt, kunnen we dat doek weghalen, en, nog een stap verder, kan je zelf je kindje uit je buik halen. Ik zal je een filmpje doorsturen van onze collega in Nederland en dan kan je eens kijken of dat iets voor jou is.’ Ik bekeek dat filmpje en ben beginnen janken. (lacht) Hoe prachtig was dat!

“Dus voilà, we hebben het zo gedaan en dat was echt indrukwekkend. Het meest buitengewone dat ik in mijn leven zal mogen meemaken. Het moment waarop ze zeiden: ‘Pak hem maar’, was werkelijk onvergetelijk.

“Maar los daarvan moet je daarna zwaar revalideren. Ze hebben je buik opengesneden, dus dat is enorm pijnlijk. De eerste week lig je plat, je kunt nauwelijks bewegen, het duurt twintig minuten om naar het toilet te gaan. Mijn oudste dochtertje was toen anderhalf en begreep niet wat er aan de hand was. Zij wilde gewoon op het bed springen en mij knuffelen, maar dat kon niet, dat mocht niet. Ik vond dat zo verschrikkelijk dat ik in janken ben uitgebarsten. Ik voelde mij zo hulpeloos. Je bent zo afhankelijk tijdens de revalidatie.

“Op zich is dat voor de man wel mooi, omdat hij echt alles moet doen. Dus die floreert wel. Misschien is hij zelfs wel veel meer betrokken dan bij een normale bevalling. Ik zag natuurlijk wel hoe zwaar het voor hem was, maar ook hoe fantastisch hij het vond om te kunnen helpen. Dat waren telkens drie pampers, hè. (lacht) Die van Lima, die van Loé en die van mij. Als ik dan denk aan vrouwen die er alleen voor staan... Oh my god. Hoe doen die dat? Daar kan ik alleen maar bewondering voor hebben.”

‘Bijna was ik het geloof in de liefde kwijt. Moeten aanvaarden dat het niet gelukt was, vond ik zo heftig dat ik paniekaanvallen kreeg.’Beeld Stefaan Temmerman

12. Wanneer bent u ooit door het lint gegaan?

“Wel, ik ben niet iemand die door het lint gaat. Mijn lief heeft wel een stevig temperament wat dat betreft. Dat is zijn Libanese kantje dat soms naar boven komt. (lacht) Maar ik vind dat niet fijn. Ik vind het ook niet mooi om te zien als mensen door het lint gaan. In het verkeer bijvoorbeeld. Dan denk ik: welke frustraties zitten daar allemaal onder?

“Ik hou niet van ruzies en al helemaal niet van geweld. Ik wil dat niet in mijn leven. Ik implodeer. Ik kan daar echt niet mee om. Ik zal ook zeker andere mensen daarin niet voeden. Ik ben niet iemand die de situatie nog wat meer opstookt. Ik haat het ook echt als mensen de ramptoerist uithangen. Dan denk ik: is dit een soort entertainment voor u? Zodra ik voel dat er ergens op een zatte avond iets uit de hand begint te lopen, ben ik weg.”

13. Hoe was uw kindertijd?

“Mijn ouders zijn gescheiden toen ik drie jaar was. Mijn broer was bij papa en ik bij mama. Daarna is mama hertrouwd. Als kind pas je je aan elke situatie aan, zeker als je zo klein bent. Dat laat op termijn natuurlijk wel littekens na. Dat vormt je ook voor een stuk als persoon. Ik denk dat ik daardoor wel verlatingsangst heb. Dat is logisch.

“Op zich heb ik wel een fijne kindertijd gehad. Ik mocht alles doen wat ik wou, had 107 hobby’s. Mijn mama zei altijd: ‘Zolang je punten op school goed zijn, doe je wat je wilt.’ Paardrijden, toneelles, dansles, muziekschool, ik deed het allemaal. Ik mocht ook al vrij vroeg uitgaan, want ik had allemaal oudere vrienden. Ik heb mij nooit moeten afzetten tegen mijn ouders of moeten vechten voor mijn vrijheid, integendeel, omdat ik ook hun grenzen respecteerde. Ik moest niets achter hun rug om doen. Wat dat betreft heb ik mij heel hard geamuseerd. Ik heb ook altijd op artistieke scholen gezeten waar je jezelf kon zijn en kon zingen, dansen en toneelspelen.

“Toen ik een jaar of acht was, had mijn mama gehoord dat ze in de KNS kinderen zochten om mee te spelen in een toneelstuk. Ik heb toen auditie gedaan en werd geselecteerd. Op een gegeven moment was ik als kleine drol mee op tournee in al die grote theaters. Ik deed dat heel graag. Ik stond altijd in de living met de afstandsbediening mee te kwelen en toneeltjes op te voeren. Dus in die zin had mijn mama zoiets van: ‘Kunstonderwijs, dat is misschien wel iets voor haar.’”

14. Wat is uw vroegste herinnering?

“Dat is een heel verwarrende herinnering, want in mijn hoofd klopt de volgorde niet. Het was op de dag dat mijn moeder hertrouwd is. Ik was ergens in een opvang en werd toen gepest door een meisje. Ik vond dat verschrikkelijk. Soms kan een bepaalde geur mij terug naar dat moment brengen. Ik weet nog dat mijn stiefbroer mij toen kwam ophalen en dat ik zo blij was om hem te zien. Hij had mij echt uit de hel gered. Maar op het moment dat ik thuiskwam en mijn moeder daar zag samen met mijn stiefvader, dacht ik: wie is dat? Ik kon helemaal niet volgen, terwijl ik hem natuurlijk wel al kende, want anders zou ik zijn zoon ook niet gekend hebben.”

15. Wat hing er aan de muur van uw tienerkamer?

“Een poster van Leonardo DiCaprio, die toen net bij het grote publiek was doorgebroken met Romeo + Juliet (onder regie van Baz Luhrmann, 1996, red.). Die is serieus afgelebberd, die poster. (lacht) DiCaprio was mijn lief, hè. Ik weet nog dat ik enorm teleurgesteld was in zijn tegenspeelster, Claire Danes. Ik vond die helemaal niet zo mooi en begreep dat niet goed. Als je de rol van Juliet mocht spelen, het lief van Leonardo DiCaprio, moest je toch echt wel heel mooi zijn?” (lacht)

16. Hebt u ooit een religieuze ervaring gehad?

“Ik geloof niet in een god, maar wel in het universum. Ik geloof dat er heel veel is dat wij niet kunnen verklaren. Mijn lief heeft onlangs een gesprek gehad met de sterren omdat onze zoon maar niet doorsliep. De nacht nadien sliep hij door.”

‘Ik hou niet van ruzies en al helemaal niet van geweld (...) Zodra ik voel dat er ergens op een zatte avond iets uit de hand begint te lopen, ben ik weg’Beeld Stefaan Temmerman

17. Welk boek heeft een speciale betekenis voor u?

“Ten zuiden van de grens van Haruki Murakami is lang mijn lievelingsboek geweest. Ik heb dat gelezen toen ik 20 was en vond dat zo’n hartstochtelijk verhaal, my god. Ik stond op dat moment zelf ook op een kantelpunt. Ik had al zeven jaar een relatie, maar ben toen op iemand anders verliefd geworden. Dus de passie en hartstocht die ook heel erg in dat boek zitten, hadden sterk mijn aandacht, zeg maar.” (lacht)

18. Hoe definieert u liefde?

(zucht) “Is dat definieerbaar? Ik zou het niet weten. Ik kan alleen maar blij zijn voor de liefde die ik in mijn leven mag geven en mag krijgen, maar definiëren vind ik te moeilijk. Misschien als ik 80 ben.”

19. Hoe voelt u zich in uw lichaam?

“Ik heb mijn lichaam terug. Zwanger zijn is bij mij negen maanden opbouwen en negen maanden afbouwen. Ik ben nu negen maanden verder en voel dat mijn lijf opnieuw mijn lijf is. Ik ben ook gestopt met borstvoeding, dus het is letterlijk weer van mij. En van mijn lief, uiteraard. Het parcours dat een vrouwenlichaam kan afleggen, vind ik prachtig. Ik was trouwens heel graag zwanger. Ik vond dat heel sexy. Je staat echt op het hoogtepunt van je vrouwelijkheid. Ik heb met heel veel bewondering gekeken naar hoe dat lijf ineens werd ingezet voor the greater good.

“Vroeger worstelde ik met mijn gewicht. Ik was een jojo, maar dat is allemaal voorbij. Ik ben echt wel blij met mijn lijf.” (lacht)

20. Wat vindt u erotisch?

“Bepaalde antwoorden in deze rubriek.” (lacht)

21. Wat is de speciaalste plek waar u ooit de liefde bedreven hebt?

“Er is een keigoede sketch van In de gloria, waarin die vraag gesteld wordt aan een koppel. Hij: ‘Allez, schat. Zeg het nu.’ En dan zij: ‘Dat is toch privé?’. Uiteindelijk zegt zij dan ‘in de poep’, terwijl het eigenlijk ‘in de keuken’ moest zijn. (lacht)

“Ik zal niet specifiek zijn, maar het was in de natuur. Ik vind dat ik al veel deel en dat is genoeg.”

22. Hoe zou u willen sterven?

“Liever niet. Nee, ik zou ook niet onsterfelijk willen zijn. Ik denk dat als je de chance hebt om lang op deze planeet te mogen rondlopen, het op een gegeven moment ook wel goed is geweest.

“Mijn grootvader is nu 91. Hij voelt zich goed, leest nog elke dag in zijn encyclopedieën, maar hij is ook niet bang van de dood. Dat vind ik schoon, dat je zo oud mag worden en nog zoveel mag meemaken, maar vooral ook niet bang bent om te sterven. Op die manier mogen eindigen is een heel groot geschenk, denk ik.”

23. Welke droom hebt u nog?

“Ik ben er op dit moment een aan het waarmaken, zeg maar, in de muziek. Daar heb ik heel lang van gedroomd en dat is nu eindelijk van start gegaan, dat nieuwe avontuur.

“En voor de rest: dat ik ooit grootmoeder mag worden. Dat mijn kinderen kinderen krijgen, hoe fantastisch moet dat zijn!”