Direct naar artikelinhoud
InterviewVirginie Despentes

Virginie Despentes: ‘Ik heb me weleens geprostitueerd als ik geld nodig had. Dat doen veel vrouwen, alleen heeft niemand het erover’

Virginie Despentes, ooit sekswerker en rockjournalist, nu een van Frankrijks meest controversiële feministische auteurs.LIggend voor onlineBeeld Christophe Beauregard/Opale/Lume

De Franse schrijver en filmmaker Virginie Despentes (54) begint haar autobiografie en feministisch manifest King Kong-theorie met de nodige woede en baldadigheid. ‘Als een lelijke richt ze zich tot de lelijke, de onneukbare, de neurotische’, schrijft ze. ‘Vrouwelijkheid interesseert me niet. Mannen zíjn. Dat wil ik ook.’

De Franse Virginie Despentes werd beroemd – en berucht – door haar controversiële roman Baise-moi (1993). In 2000 verscheen de gelijknamige film, met twee pornoactrices in de hoofdrol, door Despentes zelf geregisseerd. Hierin nemen twee jonge vrouwen op gewelddadige wijze wraak nadat ze zijn verkracht.

De ‘King Kong’ uit de titel van haar manifest verwijst naar de gelijknamige fictieve reuzengorilla. Despentes schrijft: ‘Het is een metafoor voor een seksualiteit die bestond voor het genderonderscheid eind 19de eeuw politiek werd opgelegd. King Kong overstijgt het feminiene en het masculiene (het beest is geslachtsloos, red.).’ In King Kong-theorie maakt Despentes korte metten met ‘de zogenaamde sterke sekse die constant moet worden beschermd, gerustgesteld, verzorgd en gespaard. Behoed voor de waarheid: dat vrouwen net zo goed stoere kerels zijn, en mannen hoeren of moeders, allemaal in dezelfde wirwar.’

U schreef het manifest in 2006, maar het werd nu pas in het Nederlands vertaald. Wat is er sindsdien veranderd?

“De belangrijkste verandering is de opkomst van MeToo. Toen ik het manifest bijna twintig jaar geleden schreef, was er geen aandacht voor feminisme, laat staan dat het een onderwerp was dat de interesse van jonge mannen had. Tegenwoordig is het ook een gespreksonderwerp voor jonge, heteroseksuele cismannen. Feminisme is mainstream geworden. Dat zie je ook terug in de popcultuur bij vrouwelijke artiesten als Madonna, Cardi B, Beyoncé en de jonge Spaanse zangeres Rosalía.”

U haalt de Engelse psychoanalytica Joan Riviere aan, die in Womanliness as a Masquerade (1929) beschrijft hoe vrouwen hun masculiene eigenschappen compenseren door te flirten en lonken. U concludeert dat vrouwen zich sexy gedragen om mannen gerust te stellen en hun wraakzucht te temperen. Hoe beoordeelt u in dat kader iemand als Beyoncé, die een sexy feminisme voorstaat?

“Het is interessant dat deze vrouwen eigenaar zijn van hun sexappeal en op een vrolijke manier de macht teruggrijpen. Ik was bij een concert van Beyoncé. 95 procent van het publiek bestond uit vrouwen. Ze was sexy voor de vrouwelijke blik, niet voor de mannelijke. Dat is het verschil met de artiesten van mijn generatie.”

En wat vindt u van de jonge generatie Franse feministen, zoals Pauline Harmange, die Mannen, ik haat ze (2021) schreef?

“Dat manifest is veel minder woedend dan de titel doet vermoeden. Maar het is een lekkere titel: na eeuwen onderdrukking, waarin het best normaal was voor mannen om te zeggen dat ze vrouwen haten, blijkt het een taboe als vrouwen zeggen dat ze mannen haten. Ik haat mannen niet, maar ik vind het wel volledig terecht om boos te zijn over het geweld dat ons jarenlang is aangedaan. MeToo heeft dat mogelijk gemaakt: jonge vrouwen kunnen nu zeggen dat ze klaar zijn met grensoverschrijdend gedrag. Als mannen zich nu misdragen, heeft dat consequenties.”

'Verkrachting komt heel vaak voor. Mijn generatie heeft geleerd om dat ongemakkelijke gegeven vooral te verzwijgen.'Beeld Christophe Beauregard/Opale/Lumen

Oudere Franse vrouwen, zoals Catherine Deneuve en Catherine Millet, verwijten de MeToo-generatie dan weer dat ze zich te veel als slachtoffers opstellen.

“Als je een slachtoffer bent, ben je een slachtoffer. Punt. Daar kies je niet voor. Als je een probleem aan de kaak stelt, ben je al snel een slachtoffer. Wat moet je dan doen? Zwijgen? Als je zwijgt, is er niets aan de hand en wordt er niets opgelost.”

U schrijft over de impact van uw eigen ervaring met verkrachting op uw seksuele identiteit. Waarom is dat misschien nog een groter taboe dan verkrachting zelf?

“Verkrachting komt heel vaak voor. Mijn generatie heeft geleerd om dat ongemakkelijke gegeven vooral te verzwijgen. Tegelijkertijd zijn verkrachtingsfantasieën vaak onderdeel van de vrouwelijke seksualiteit. Dat gaat overigens niet op voor mij. Ik denk eerlijk gezegd dat ook dit aan het veranderen is, en dat seksuele onderdrukking veel minder vaak onderdeel is van seksuele fantasieën van jonge vrouwen.”

Dat zien we niet terug in de porno van vandaag de dag, waarin bijvoorbeeld wurgseks perfect normaal geworden is.

“We moeten ons kapotschamen. Dit komt voort uit de seksualiteit die mijn generatie voorstaat. Het is een zieke vorm van porno en het is schadelijk. We hebben niets gedaan om dit te voorkomen. We moeten jongeren beschermen, het gesprek met hen aangaan en hen leren over een gelijkwaardige seksualiteit.”

U beschrijft hoe prostitutie u hielp om over uw verkrachting heen te komen: ‘Een onderneming om mezelf, bankbiljet na bankbiljet, schadeloos te stellen voor wat zo bruut was genomen.’ Hypervrouwelijk gedrag was daarbij cruciaal.

“Ik wist natuurlijk als tiener al welke eigenschappen een vrouw moest bezitten. Een hele waslijst, niet te doen. Ik voel me wel aangetrokken tot het ultravrouwelijke, zoals bij dragqueens: dat is een spectaculaire vorm van transgressie. In een korte periode van twee jaar heb ik me weleens geprostitueerd als ik geld nodig had. Dat doen veel vrouwen, alleen heeft niemand het erover. Het was leuk om die extreem vrouwelijke rol te spelen en het hoorde ook bij het werk. Hoe vrouwelijker, hoe meer je gewaardeerd werd en hoe beter je werd betaald.”

Voelt u nog weleens de behoefte om die rol te spelen?

“Nooit. Dat lijkt me te ingewikkeld. Baise-moi heeft me bekend gemaakt in Frankrijk, en die film heeft veel mannen boos gemaakt. Ik zou niet kunnen omgaan met de reactie van mannen op mijn feminiene uiterlijk.”

BIO

• Franse auteur en regisseur • geboren op 13 juni 1969 in Nancy • bekendste boeken: Baise- moi (verfilmd in 2000); De mooie dingen (verfilmd met Marillon Cotillard); Bye bye Blondie (verfilmd met Béatrice Dalle en Emmanuelle Béart) • won o.a. de Prix de Flore en de Prix Renaudot • werkte voorheen o.a. als huisbediende, prostituee in massagesalons en rockjournaliste

U noemt uzelf ‘eerder King Kong dan Kate Moss’ en ‘de vertegenwoordiger van het proletariaat van de vrouwelijkheid’. Uw type vrouwen wordt niet of amper vertegenwoordigd in films en romans, en mannen die nauwelijks naar u omkijken vertellen u wel graag dat u er niet mag zijn.

“Ik voel me niet vrouwelijk. Het interesseert me niet. Hélène Cixous is erg belangrijk geweest voor het feminisme in Frankrijk. Ze vond dat vrouwen hun vrouwelijkheid zelf moesten uitvinden. Er zijn vrouwen voor wie dat belangrijk is. Niet voor mij. Ik voel me meer aangesproken door Monique Wittig, die vond dat we ons moeten loswurmen van genderrollen. Mannen zijn nooit bezig met hun mannelijkheid, ze hebben die zelfverzekerde positie dat dat niet hoeft. Ze zíjn. Dat wil ik ook.”

Waarom denkt u dat mannen vriendelijker en zachtaardiger tegen u waren in uw rol als prostituee dan als vrouw in de openbare ruimte?

“Ik denk dat ze het contact romantisch vonden. Bovendien voelden ze zich niet zo machtig, omdat prostituees dingen over seks weten die zij niet weten. Mannen willen vaak helemaal geen prostituees bezoeken, maar ze zijn verslaafd. De volgende dag denken ze: ik doe het nooit meer, maar dan kunnen ze het toch niet laten. Ze walgen van zichzelf en jij kent hun geheim.”

In haar boek Radeloze helden (2023) schrijft Maaike Meijer dat mannen doodsbang zijn, omdat ze niet weten hoe ze met verlies en hun eigen kwetsbaarheid moeten omgaan.

“Ik geloof dat mannen doodsbang zijn voor andere mannen aan wie ze zich onderwerpen. Het is, denk ik, beangstigender om een man te zijn dan wij weten. Maar mannen zijn niet bang voor vrouwen. Dat zie je aan hun vijandige houding jegens vrouwen. Dat gaat vooral op voor mannen van mijn generatie. Ik denk dat jonge mannen aan het veranderen zijn en vrouwen gewoon als medemensen zien.”

Virginie Despentes, 'King Kong-theorie', Uitgeverij De Geus, 160 p., 14,99 euro, vertaald door Alice Teekman.Beeld rv