De Lijn: “Al aantal zaken bijgestuurd na invoering van nieuw plan”

© Jimmy Kets

De Lijn heeft sinds de invoering van het plan basisbereikbaarheid al 30 aanpassingen doorgevoerd. Het gaat over wijzigingen aan een halte of de uren van een rit om beter aan te sluiten op schooluren. In totaal volgen er nog meer dan honderd aanpassingen. Dat laat de vervoersmaatschappij zondag weten, een maand na de uitrol van de tweede fase van het plan.

blg

De Lijn zette 6 januari de tweede en belangrijkste stap in de uitrol van de zogenaamde basisbereikbaarheid, waarbij bussen en trams geconcentreerd worden op lijnen met grotere vraag, tussen woonkernen en andere belangrijke knooppunten. De keerzijde is dat reizigers die naar buitenwijken of verder afgelegen gebieden willen pendelen, aangewezen zijn op flexibel vervoer met belbussen, al dan niet in combinatie met deelauto’s, -fietsen, -scooters en -steps.

De Lijn vervoerde in januari ongeveer 950.000 reizigers per werkdag. Het openbaarvervoerbedrijf ontving in de periode van 6 januari tot 31 januari 4.190 reacties en klachten. Vooral in de eerste dagen na de opstart was het volume hoog, sinds maandag 15 januari is er een daling merkbaar. Het dagelijkse aantal is ondertussen meer dan gehalveerd, klinkt het.

In samenspraak met lokale besturen, de vervoerregioraden, scholen of maatwerkbedrijven werd in 132 gevallen beslist dat er een aanpassing zal gebeuren. Er zijn er intussen al 30 uitgevoerd.

Volgens De Lijn vinden reizigers ook de weg naar het ‘flexvervoer’, de opvolger van de belbussen. Er werden al 59.700 reservaties genoteerd, goed voor 73.000 reizigers. Er is ook een licht stijgende trend sinds de opstart in het aantal flexgebruikers, aldus de vervoersmaatschappij. Ongeveer 75 procent van de reservaties gebeurde via de Hoppin-app of de website.

De Lijn erkent dat het “een grote uitdaging was”. “De eerste weken kwamen er veel vragen en klachten vanuit diverse hoeken. Gelukkig hoorden we ook klanten en stakeholders die tevreden waren over hun nieuwe aanbod. Ondertussen hebben we ook al enkele kinderziektes kunnen bijsturen op het terrein”, verklaart Ann Schoubs, directeur-generaal De Lijn. “We zijn vanaf de eerste dag aan de slag gegaan om de operationele issues te monitoren, te onderzoeken en zo snel mogelijk een passende oplossing te geven.”