Direct naar artikelinhoud
ColumnDe megastad

De Turkse verkeerspolitie beschikt nu over Ferrari's. Maar daarmee wordt niet op snelheids­over­tre­ders gejaagd

Een Ferrari 488 GTB van de Turkse verkeerspolitie heeft evenveel bekijks als de Hagia Sophia.Beeld AFP

Metropolen bieden een groeiend deel van de wereldbevolking onderdak. Hoe houden de mensen het daar leefbaar? Correspondenten doen wekelijks verslag vanuit hun eigen megastad. Deze week: Ingrid Woudwijk in Istanbul.

Istanbul heeft sinds kort een nieuwe toeristische trekpleister. Het is geen nieuwe historische ontdekking met een lange geschiedenis. Ook geen cultureel erfgoed dat is opgeknapt. Nee, het is het nieuwe wagenpark van de ­politie.

Sinds kort vergapen toeristen zich aan agenten die rondrijden in dure Ferrari’s, Bentleys en andere sportwagens. Daarmee kan de Turkse politie zich meten met collega’s in Dubai en Qatar. Maar anders dan in de oliestaatjes heeft de Turkse politie niet diep in de buidel hoeven te tasten. Het zijn namelijk auto’s die in beslag zijn genomen van een motorbende.

Toen hun leider, een Turks-Australische drugs­crimineel, in november werd opgepakt, werden ook tientallen luxe­auto’s geconfisqueerd. Eind december plaatste de Turkse minister van Binnenlandse Zaken een trots filmpje op X. “Deze auto’s zijn niet meer van criminele organisaties, maar staan vanaf nu ter beschikking van onze politie en ons volk”, schreef hij erbij.

De rij auto’s ter waarde van 3 miljoen euro is inmiddels wit met blauw gespoten. Er zit een zwaailicht op het dak en er staat ‘Trafik polisi’ op de motorkap. In plaats van criminelen zitten er nu agenten achter het stuur.

Nou ja, achter het stuur... Tot nu toe heb ik de auto’s nog niet in actie gezien. Het lijkt meer een attribuut om mee te pronken. Zo staat elke dag een andere sportwagen op het Taksimplein, waar ik vaak loop.

Midden op het plein stond een Ferrari geparkeerd. Daarmee werd niet op snelheids­over­tre­ders gejaagd. Ik zag vooral mannen (zowel Turks als buitenlands) fotograferen, selfies maken of poseren bij de Ferrari. De twee vrouwelijke politieagenten stonden er in de kou maar een beetje verveeld naast.

Toen ik een uurtje later terugliep, waren ze maar in de auto gaan zitten, terwijl buiten de fotoshoots onophoudelijk doorgingen. Ook in het oude centrum, vlak bij de eeuwenoude Hagia Sophia en de beroemde Blauwe Moskee, staat elke dag een rijtje sportwagens dat veel bekijks heeft.

Natuurlijk zijn er ook genoeg mensen die al deze paardenkracht en praal onzin vinden. Zij zien liever dat de kosten van deze benzineslurpers anders worden besteed. Turkije bevindt zich immers nog steeds in een economische crisis. Mensen klagen steen en been over de benzine, die om de haverklap duurder wordt.

Maar de pr-stunt werkt: in de Turkse en de internationale media wordt er flink over geschreven. In lokale oppositiemedia verschenen echter al snel berichten dat het bijna onmogelijk is de auto’s in te zetten bij het ­dagelijkse werk van de verkeers­politie. Het zou veel te duur zijn om de auto’s te verzekeren en bovendien zouden agenten er ook liever niet in rijden, bang om schade te maken.

Op sociale media ging ook een foto rond van een Porsche die schade zou hebben opgelopen. Als ik aan het verkeer in Istanbul denk en aan het hoge aantal wegpiraten, dan zou ik ook liever voor een wat minder kostbaar model kiezen.

Een snelle sportwagen kan handig zijn als je in een wilde achtervolging verzeild raakt. Maar aangezien er negen van de tien keer in Istanbul toch overal file staat, lijkt het me daarvoor niet nodig. Uiteindelijk is het leuk voor de likes op ­Instagram, maar als ik agent was, reed ik in Istanbul liever in een Fiat dan een Ferrari.