Direct naar artikelinhoud
Column

Ik wil de boel niet verpesten met mijn onkunde en onwetendheid

Ik wil de boel niet verpesten met mijn onkunde en onwetendheid
Beeld GEERT JOOSTENS

Halina Reijn is actrice bij Toneelgroep Amsterdam en schrijft wekelijks over wat haar bezighoudt.

De grootste nachtmerrie van een acteur is opkomen in een stuk waarvan je de tekst niet kent. Je regisseur staat met opgetrokken wenkbrauwen in de coulissen, je medespelers gapen je aan alsof jij zou moeten weten wat de volgende zin is, en jij hebt ondertussen geen idee waar je bent. Het zweet gutst langs je benen, je hersenen draaien op volle toeren maar ze vinden geen houvast. Duizenden mensen zitten op het puntje van hun stoel en kijken. Het podium, het decor, de rekwisieten , het zegt je allemaal niks. “Waar ben ik?”, wil je schreeuwen maar je lippen lijken vastgelijmd. Je benen zijn verankerd in de houten vloer. Wat doe ik hier? Wat is mijn rol? Niemand helpt je. Misschien kun je aan je kostuum aflezen welk stuk gespeeld dient te worden, maar als je naar beneden kijkt, zie je dat je naakt bent. Vanuit de tribune klinkt gegiechel, het zwelt aan, wordt oorverdovend en je wil maar één ding: weg hier, niet vechten maar vluchten naar een hol, diep onder de grond waar niemand je kan vinden en waar je je kunt verstoppen voor de schaamte.

Zo’n vijftien keer per jaar heb ik deze nachtmerrie. Elke keer hijg ik opgelucht omdat ik in mijn eigen bed blijk te liggen in mijn eigen land, op veilige afstand van een theater. In plaats van een decor zie ik de echte bakstenen muren van mijn slaapkamer, de open ramen waar een zonne­straal doorheen piept en in plaats van een speler die mijn geliefde veinst te zijn in een stuk waarvan ik de titel niet ken, tref ik mijn echte lief dat vredig ligt te slapen.

Waar ik vroeger kon rekenen op vijftien nachtmerries per jaar, word ik nu gekweld door onophoudelijke duistere dromen. Hoe ga ik dit in godsnaam doen?

Volgende week vertrekken we naar Tokio waar ik een rol overneem van Janni Goslinga in Othello. Ik krijg een dvd met de registratie van de voorstelling en het script plus een opgestoken duim van de regieassistente om me succes te wensen. Met bewondering en verbazing kijk ik altijd naar mijn collega’s die zonder enige moeite rollen van elkaar overnemen, in verschillende stukken opgevoerd in allerlei landen. Het tempo waarmee ze zich de karakters eigen maken, de manier waarop ze een complexe mise-en-scène kunnen reproduceren en in staat zijn teksten te onthouden die ze in hun eentje thuis hebben geleerd...

Nu moet ik voor de leeuwen. Waar ik vroeger kon rekenen op vijftien nachtmerries per jaar, word ik nu gekweld door onophoudelijke duistere dromen. Hoe ga ik dit in godsnaam doen? Hoe kan mijn lichaam complexe woorden en afspraken opslaan en reproduceren zonder ze wekenlang te repeteren? Hoe draag ik een kostuum dat het mijne niet is? Hoe zorg ik ervoor dat ik mijn tegenspelers niet teleurstel en ze laat schitteren zoals ze dat al bijna vijftien jaar doen in dit stuk? Ik wil niet in de weg lopen, ik wil de boel niet verpesten met mijn onkunde en onwetendheid. Ik bestudeer de dvd alsof het om een militaire missie gaat, ik prevel de teksten dag en nacht als een biddende monnik in een klooster. Wie maakt mij wakker?