Direct naar artikelinhoud
Opinie

De crisis bij vlinders, kevers en hommels is niet van de poes

Hans Van Dyck is hoogleraar gedragsecologie aan de Universiteit van Louvain-la-Neuve (UCL).

Het leven op onze aardkloot doet zich voor in vele gedaanten. Groot of klein. Geschubd of gevederd. Geen poten of een hele batterij. Biodiversiteit ten voeten uit. We zitten wereldwijd niet met één vogelsoort, maar met 10.000. Voor vissen staat de teller voorbij 32.000 soorten. Veelvormigheid als regel. Maar het leven blijkt zich vooral gretig voor te doen als… insect. Het soortenbilan van mieren, kevers, bijen, vlinders, bladluizen, sprinkhanen en dat soort zespoters reikt voorbij het miljoen. De macht van de grote getallen. Erg veel klein grut.

Hans Van Dyck.Beeld rv

Toch krijgen insecten vaak de rol van fait divers toebedeeld. Of die van lastpakken voor de landbouw, voedingsindustrie en gezondheid. Het lijdt geen twijfel dat tal van insecten in een langdurige wapenwedloop met homo sapiens verwikkeld zitten. Een strijd om dezelfde hulpbronnen. Akkers zijn als rijkelijk gedekte tafels voor de ‘happy few’ van de bonte insectenwereld. Een verhaal van actie en reactie onder de vorm van gifspuit en resistentie. Zonder de negatieve impact van sommige insectensoorten te minimaliseren, kunnen we niet omheen de enorme groep van insecten die voor zoveel meer staat dan plaagsoorten en ziekteverspreiders. Soms zijn het de enkele pestkoppen die het voor heel de klas vergallen.

Ander beeld

Deze week kaapten enkele Duitse en Nederlandse entomologen – insectenonderzoekers – media-aandacht weg met de zorgwekkende resultaten van hun jarenlange vangstwerk. In een reeks van Duitse natuurgebieden blijkt de oogst in hun vallen almaar magerder te worden. De biodiversiteitscrisis beperkt zich niet tot grote, aaibare beesten. Insecten blijken de dans niet te ontspringen. Bovendien keek de studie niet zozeer naar soortendiversiteit, maar wel naar de biomassa aan insecten. Het aantal kilogrammen aan vliegende insecten dat je per hectare natuurgebied aantreft. Dergelijke statistieken geven een ander beeld dan soortenrijkdom alleen.

Het dringt nog onvoldoende door dat de problemen van fauna en flora niet zomaar stoppen aan het welkomstbord van een natuurreservaat

Het studiewerk toont een drastische afname van de biomassa aan insecten in natuurgebieden: 75 procent op minder dan 30 jaar. Sommige studiegebieden genoten de hoogste Europese bescherming. Bolwerken voor de biodiversiteit, zou je denken. Insecten vormen de natuurlijke voedertafel voor tal van andere soorten. Als het voer het laat afweten, wachten ook de consumenten barre tijden. Vele wilde planten rekenen op insecten voor hun bestuiving. Dat insecten buiten natuurgebied vogelvrij zijn en klappen incasseren, verbaast niet. Het dringt echter nog onvoldoende door dat de problemen van fauna en flora niet zomaar stoppen aan het welkomstbord van een natuurreservaat.

Dodelijke cocktail

Biedt de studie een te somber beeld? Langlopende tijdsreeksen van dergelijke gegevens zijn in onze contreien schaars. Maar ook ander studiewerk geeft aan dat vlinders, hommels, bijen en andere insecten het niet onder de markt hebben in ons landschap op mensenmaat. De cocktail van effectieve gifstoffen die niet op akkers blijven (bv. neonicotinoïden), te weinig groene infrastructuur tussen natuurgebieden en de extra druk door klimaatverandering, blijkt hard toe te slaan.

Een crisis onder vlinders, kevers en hommels is niet van de poes. En het is evenmin een apart verhaal. Het is een verhaal van een ecologisch uitgekleed landschap buiten natuurgebied. Het is een verhaal van een leefbare omgeving. 

De invloedrijke Amerikaanse bioloog en Pulitzerprijswinnaar Edward O. Wilson omschreef insecten erg treffend: "The little things that run the world.”

Als hun barometer op onweer staat, kijken we beter niet de andere kant op.