Direct naar artikelinhoud
Column

Iedereen in zijn omgeving presteerde het ene na het andere, en hij zat hier maar

Frederik De Backer.Beeld Stefaan Temmerman

Soms vroeg hij zich af of hij gehandicapt was. Of er iets was wat hij zelf nooit had gemerkt en alle anderen wel. Gebrekkig, behoeftig, ontoereikend, wat het minst onacceptabele woord ook was. En dat zijn moeder iedereen had verwittigd.

Het leven leek zoveel trager te gaan. Alle mensen in zijn omgeving presteerden het ene na het andere; nieuwe jobs, nieuwe huizen, de borelingen vlogen hem om de oren. En hij zat hier maar.

Op de plaats waar tot voor kort een tomaat had gelegen, hadden zich enkele donkere vlekjes gevormd. In het vakje eronder stond enkel een opwarmmaaltijd. Hij klapte de deur dicht.

Misschien hadden de andere leerlingen destijds een briefje mee naar huis gekregen, gericht aan de ouders, waarop stond dat hun kinderen lief voor hem moesten zijn. Misschien moest zijn werkgever bepaalde quota halen. Alles leek altijd zoveel moeilijker. Wat hij ook deed, het was nooit goed genoeg. Niet voor hemzelf, en al zeker niet voor een ander.

Hij kon zijn adem zien. Het was er even koud als buiten. Hij nam een gebruikte kop, spoelde ze uit met water en een wijsvinger, en liet ze nadien weer vollopen. De kou verzachtte de kalksmaak.

Hij had nu wel een vriendin, maar misschien had zij ook iets wat hij niet had gemerkt en alle anderen wel

Hij had zelf dergelijke figuren gekend. Het domme neefje van iemand uit de vriendenkring. Een jonger broertje. En daar deed men dan vriendelijk tegen. Ook al kon het niemand een ruk schelen of dat zwakhoofdige ventje de ochtend haalde. Gedoogd, en dat was het hoogst haalbare. Misschien was hij ook zo'n neefje.

Iemand moest het zijn.

De tegels kraakten onder zijn voeten. Hij voelde de trek toen hij het schuifraam passeerde. De treden zuchtten onder zijn gewicht, en toen hij boven was had hij alweer dorst.

Het zou verklaren waarom hij altijd alleen was geweest. Hij had nu wel een vriendin, maar misschien had zij ook iets wat hij niet had gemerkt en alle anderen wel. Of misschien had ze een zorgdwang. Een of ander verpleegcomplex.

Hij ging weer voor het scherm zitten, dacht lang na, maar vond ook vandaag geen inspiratie.