Direct naar artikelinhoud
Standpunt

Het M-decreet groeit voor minister Crevits stilaan uit tot een hoofdpijndossier

Vlaams minister van Onderwijs Hilde Crevits (CD&V).Beeld BELGA

Remy Amkreutz is journalist bij De Morgen.

Het M-decreet moet op de schop. Tot die conclusie komt de N-VA. De partij wil de toegang tot het buitengewoon onderwijs opnieuw versoepelen en wil dat inschrijven in een groot actieplan voor het basisonderwijs. 

Minister van Onderwijs Hilde Crevits (CD&V) krijgt zo langs twee kanten duidelijke vragen. Van vakbondszijde werd al gedreigd met een staking, tenzij de Vlaamse regering een half miljard euro vrijmaakt voor de kleuter- en lagere scholen. Haar coalitiepartner doet daar nu nog een schepje bij.

Over de elegantie, of het gebrek daaraan, van het N-VA-voorstel valt genoeg te zeggen. Over de inhoud evenzeer. De N-VA werpt zich weer op als de bewaker van het traditionele onderwijs. Een rol die de partij in het verleden geen windeieren heeft gelegd en die lijkt aan te sluiten bij de bezorgdheden van veel middenklassekiezers. De pleidooien tegen de brede eerste graad, voor het behoud van het aso en nu tegen het ontspoorde M-decreet mogen vanzelfsprekend op één lijn worden gezet.

Wil dat zeggen dat de N-VA zich aan opportunisme schuldig maakt? Eigenlijk niet. De brede eerste graad werd zelfs afgeserveerd door vroegere vurige pleitbezorgers, zoals OESO-topman Dirk Van Damme. Bij het M-decreet is het nog lang niet zo ver. Belangengroepen, zoals GRIP vzw, blijven ijveren voor volledige inclusie. In hun ogen moet het buitengewoon onderwijs op termijn volledig verdwijnen.

Remy Amkreutz.Beeld KOS

Hun toekomstvisie spreekt aan, maar is tegelijkertijd utopisch. De N-VA legt de vinger op die wonde. Met de doelstelling van het M-decreet – elk kind heeft recht op onderwijs in een gewone school — is niets mis. Maar de werkelijkheid laat helaas geen drieste dagdromen toe.

Vandaag worden de middelen te zeer over Vlaanderen verspreid, waardoor kinderen met bijvoorbeeld gedragsproblemen in het gewoon onderwijs vaak te weinig ondersteuning krijgen. Het heeft geen zin om leerkrachten of ondersteuners daarvoor terecht te wijzen. Zij werken zich al uit de naad.

De realiteit is een stuk eenvoudiger: wie een volledig inclusief onderwijssysteem wil met dezelfde kwalitatieve begeleiding als in het buitengewoon onderwijs, vraagt een miljardeninvestering. De Vlaamse regering zou die keuze natuurlijk kunnen maken, maar dat zou betekenen dat andere geplaagde sectoren, denk maar aan de jeugdzorg, elke hoop op extra middelen mogen opbergen.

Met de doelstelling van het M-decreet is niets mis. Maar de werkelijkheid laat helaas geen drieste dagdromen toe

Het verleden bepaalt de toekomst van het M-decreet. De overhaaste invoering ervan, nog onder Crevits’ voorganger Pascal Smet (sp.a), zal op termijn fataal blijken. Het M-decreet groeit voor Crevits, die terecht blijft hameren op de waarde van het buitengewoon onderwijs en stelt dat die expertise niet verloren mag gaan, wel weer uit tot een hoofdpijndossier. Het versoepelen van de toegang tot het buitengewoon onderwijs kan in dat opzicht ook als een pijnstiller worden gezien.